Wat kunnen westerse ouders leren van de opvoedkunsten van de Maya’s en de Inuit?

Wat kunnen westerse ouders leren van de opvoedkunsten van inheemse volkeren zoals de Maya’s en de Inuit? De Amerikaanse wetenschapsjournalist Michaeleen Doucleff zocht het uit in haar boek Jagen, verzamelen, opvoeden. ‘Ouders moeten vaker hun mond houden.’ Michaeleen Doucleff begint haar boek met een ontboezeming: niet lang geleden zag ze op tegen de weekenden met haar kind. Vanwege de driftbuien van haar dochtertje, de constante strijd tussen hen en het uitputtende karakter van bezoekjes aan de speeltuin en kinderfeestjes. ‘Nog nooit was ik zo slecht geweest in iets waar ik heel graag goed in wilde zijn’, schrijft ze.

Opvoedstijlen wereldwijd verkend

Op reis in Mexico voor haar werk als wetenschapscorrespondent voor een Amerikaanse radio-omroep zag ze dat ouders er een andere opvoedstijl op na hielden dan ze in San Francisco gewend was. Er werd amper gediscussieerd en kinderen hielpen uit zichzelf mee met het huishouden. Hoe kregen ze dat voor elkaar? Het was het begin van een zoektocht naar oude opvoedwijsheden waarvoor ze, samen met haar peuterdochter Rosy, langsging bij de Inuit in het Noordpoolgebied, de Hadzabe in Tanzania en de Maya’s in Mexico.

Misvattingen Westerse opvoeding

Doen westerse ouders het verkeerd? ‘Veel ouders denken dat ze hun kinderen constant moeten entertainen en tegen hen moeten praten zodat ze dingen leren. Als jij als moeder of vader steeds de interactie met je kind opzoekt, dan gaan ze ook steeds jouw aandacht vragen. We leren kinderen niet de vaardigheden om zichzelf te vermaken, terwijl ze dat van nature goed kunnen.’

Maya’s: kinderen als helpers

Maya-ouders praten minder tegen hun kinderen? ‘Nergens waar ik kwam, werd er zoveel tegen kinderen gepraat als bij ons! Een ander verschil: er is geen strikte scheiding tussen de wereld van de volwassenen en die van de kinderen. Ouders doen geen activiteiten met het gezin die ze zonder kinderen niet zouden doen, zoals naar een indoorspeeltuin gaan. Kinderen draaien gewoon mee in het huishouden. Ikzelf heb alle kinderactiviteiten in het weekend geschrapt. Mijn man, dochter en ik ruimen samen het huis op en ontspannen ons.’

Creëren van behulpzame kinderen

Bij de Maya’s doen de kinderen zonder morren de afwas, soms uit zichzelf. Hoe creëer je behulpzame kinderen? ‘Wil je kinderen leren om behulpzaam te zijn, dan moeten ze allereerst bij je in de buurt zijn als je de klusjes doet. Wacht dus niet met de was vouwen tot de kinderen slapen. En ze moeten verveeld zijn. Geef je ze een scherm, dan is dat natuurlijk interessanter. Bij Teresa in het Mexicaanse Yucatán mogen de kinderen niet gaan slapen totdat ze hun taakjes hebben gedaan. In Amerika gaat het andersom: kinderen willen niet slapen, maar worden daartoe gedwongen zodat hun ouders daarna alles kunnen opruimen. De sleutel is je kind uit te nodigen voor een simpel en snel taakje, bijvoorbeeld knoflook persen. Doe dit elke dag. Jonge kinderen willen graag je assistent zijn.’

Moederschapscultuur en geduld

Teresa uit het boek maakt tortilla’s met de hand en de kinderen helpen haar. De meeste ouders werken buitenshuis en hebben daar geen tijd voor. ‘Ook de Maya’s moeten in de ochtend opschieten om de kinderen naar school te krijgen. Maar je kunt altijd momenten reserveren, bijvoorbeeld in het weekend, om je kind bij te brengen hoe het kan meehelpen.’ De moeders uit het Noordpoolgebied verliezen nooit hun geduld, zo lijkt het. ‘In het Noordpoolgebied gaan ouders nooit een machtsstrijd aan met hun kinderen. Terwijl in het Westen de opvoeding alleen maar om macht draait. Er heerst het idee dat je grenzen moet stellen omdat kinderen anders over je heen lopen. Bij de Inuit werken kinderen en ouders samen. Ouders zijn minder bazig, waardoor er minder weerstand is. Ik kwam erachter dat ik vaak helemaal niet luister naar mijn dochter, omdat ik bezig was mijn zin door te drijven.’

Opvoeden als gemeenschapsproces

Bij de Inuit en de Maya’s is opvoeden een groepsproces. Maakt het gebrek aan zo’n gemeenschap het ouderschap zwaar in westerse landen? ‘Uit onderzoek blijkt dat het voor kinderen goed is om meerdere volwassenen om zich heen te hebben, naast de vader en moeder. Er wordt altijd gezegd: it takes a village to raise a child. Dat is onjuist. Je hebt geen heel dorp nodig, maar slechts een paar mensen die je kan raadplegen op een zware dag. De meeste westerse gezinnen hebben veel losse contacten met ouders van vriendjes van school, waar ze eigenlijk weinig aan hebben.’

Kerngezin versus traditionele structuren

De moederschapscultuur in het Westen benadrukt dat het belangrijk is om zélf zo veel mogelijk bij je kind te zijn. Zag u dat ook terug bij de Maya’s en de Inuit? ‘Totaal niet. Bij de Inuit waren ze verbaasd dat ik in mijn eentje op reis was met mijn dochter. ‘Je dochter moet jou spuugzat zijn. Daarom misdraagt ze zich’, zeiden ze. De overtuiging dat het goed is voor een kind om altijd bij de moeder te zijn, is helemaal niet oud. 150 jaar geleden dacht niemand in Europa zo. Als je naar de wereld kijkt, is het kerngezin – met een vader en een moeder – een van de meest niet-traditionele structuren die er bestaat. Twee mensen die het werk doen dat in veel culturen wordt gedeeld met opa, oma, tante, buurvrouw en de oudere broer. Eigenlijk is dat vreemd. En uitputtend.’

** Artikel uit de Volkskrant door Anna van den Breemer **